8tracks icon Behance icon Blogger icon CodePen icon Delicious icon DeviantArt icon Dribbble icon Etsy icon Facebook icon Flickr icon Foursquare icon GitHub icon Google+ icon Instagram icon Last.fm icon LinkedIn icon Myspace icon PayPal icon Pinterest icon SoundCloud icon Stack Overflow icon StumbleUpon icon Tumblr icon Twitter icon Vimeo icon YouTube icon Yelp icon
DE STIT THERAPEUT

Wetenschappelijk onderzoek

Op het gebied van stuitklachten is er weinig wetenschappelijke literatuur beschikbaar. Onderzoek via PubMed levert weinig resultaten op en door de tijd heen heb ik ongeveer 200 artikelen over stuitklachten gevonden. De meeste studies over stuitklachten zijn over beperkte onderzoeksgroepen (met vaak minder dan 50 patiënten) en gedaan door artsen, die stuitklachten vooral vanuit het medische perspectief zien en vaak weinig aandacht hebben voor de biomechanische afwijkingen en interventies. Naar de mobiliserende behandeling van stuitklachten die ik toepas zijn er al eeuwenlang rapportages door artsen en therapeuten, maar nauwelijks kwalitatief wetenschappelijk onderzoek gedaan. De belangrijkste studies (Maigne 2001 en Maigne 2006) zijn gedaan door artsen en hun conclusie is dat manuele behandelingen matig effectief zijn. Een nadere blik op de onderzoeksresultaten en een bredere kennis van de biomechanica, zorgt echter voor een heel andere interpretatie van de verkregen data.

In 2021 ben ik begonnen met het verzamelen van data van de patiënten die ik behandeld heb voor stuitklachten. De conclusies daaruit deel ik op deze website en mijn sociale media kanaal. In 2024 is er een samenwerking met de Vrije Universiteit in Amsterdam ontstaan.


Wetenschappelijk onderzoek

Gezien de noodzaak voor wetenschappelijke onderbouwing van de manuele technieken om serieus genomen te worden in de door medici gedomineerde wereld van stuitklachten, en omdat ik een van de weinige mensen in Nederland ben die voldoende patiënten ziet om onderzoek te kunnen doen, ben ik in 2025 gestart met wetenschappelijk onderzoek. Dat heeft geleid tot een samenwerking met de Vrije Universiteit in Amsterdam en het schrijven van wetenschappelijke artikelen.


Samenwerking met de Vrije Universiteit

Van maart tot en met mei 2025 hebben vier studenten aan de opleiding Gezondheidswetenschappen aan de Vrije Universiteit in Amsterdam hun bachelorscriptie gewijd aan het analyseren van de database die ik samengesteld had naar aanleiding van de behandelingen van patiënten met stuitklachten de jaren ervoor. De totale database bevatte 275 behandeltrajecten, waarvan er een aantal niet afgerond waren of door de patiënt niet volbracht waren. Na het verzamelen van informed consent onder de mensen die het behandeltraject afgemaakt hadden, bleef er een groep van 79 patiënten over die toestemming verleenden om de data te gebruiken voor onderzoek. Deze is op verschillende vlakken geanalyseerd en het resultaat zijn vier als voldoende beoordeelde eindscripties.

Naast de vier scripties met een analyse van deze groep en de behandeleffecten, is er een basis gelegd voor een betere dataverzameling. Het heeft geleid tot het ontwikkelen van de informed consent-procedure, een intake-vragenlijst met gestandaardiseerde onderzoeksmiddelen en een gestandaardiseerde database. Deze wordt sinds april 2025 gebruikt en de database groeit met ongeveer 100 patiënten per jaar. Ook is deze basis voor toekomstig wetenschappelijk vastgelegd bij het OSF.


Wetenschappelijke artikelen

Naast de praktijk ben ik ook de diepte in gegaan wat betreft de wetenschappelijke verklaring en onderbouwing binnen de huidig gangbare aanpak van stuitproblematiek. Hierin heeft de manuele behandeling van stuitklachten, ondanks de goede resultaten, nauwelijks een rol. Dat heeft geleid tot een uitgebreid artikel waarin besproken wordt wat de huidige opvattingen zijn, waar deze vandaan komen, waar deze opvattingen tekort schieten en hoe een breder verklaringsmodel niet alleen de huidige onderzoeksbevindingen verklaren, als ook de positieve effecten van manuele mobilisaties.

Dit artikel verschijnt binnenkort op deze pagina.